Veel carrosseriebouwbedrijven slagen er niet in om bbl’ers te vinden. Terwijl leerlingen voor de toekomst van je bedrijf cruciaal zijn. Het Friese bedrijf Heiwo lukt het wél om bbl’ers te interesseren voor een opleiding bij hun bedrijf. Hoe krijgen ze dat voor elkaar?
“Wij zijn gespecialiseerd in de opbouw van trailers, trucks en aanhangwagens”, vertelt Jans Vos van Heiwo. “Supermarkten als Albert Heijn en Lidl zijn klant bij ons. Daarnaast doen we reparaties, schadeherstel, APK- en LPK-keuringen en hebben we een eigen spuiterij.” Op dit moment werken 140 mensen bij Heiwo, vertelt hij. “Jaarlijks moeten wij in ieder geval 4 of 5 leerlingen binnenkrijgen die de bbl-opleiding willen doen en waarvan we hopen dat ze bij ons blijven.”
Probleem in hele land
Maar het vinden van bbl’ers wordt volgens Jans steeds lastiger, omdat meerdere mbo-scholen in zijn regio zijn gestopt met de opleiding carrosseriebouw. En dat probleem speelt in het hele land, weet hij. “Ik spreek veel carrosseriebouwbedrijven en hoor steeds dat ze geen bbl-leerlingen hebben. Veel oudere werknemers gaan de komende jaren met pensioen. En dus is jonge instroom hard nodig.” Heiwo slaagt er echter nog altijd in om voldoende bbl’ers aan te trekken. Hoe doen ze dat? Jans: “Het simpele antwoord is: je moet actief zijn richting scholen. Want nieuwe werknemers komen niet vanzelf naar je toe.”
Een raadspelletje
“Wij werken al jaren goed samen met het Terra Wolvega”, vervolgt Jans zijn verhaal. “Dat is begonnen met gastlessen voor de eerste en tweede klas van het vmbo. Dat doen we samen met MOTIP (European Aerosols), producent van spuitbussen voor autolak. De eerste gastles begint altijd met een raadspelletje”, vertelt hij. “Ik vraag de leerlingen dan: hoeveel verschillende beroepen denk je dat ons bedrijf heeft? Meestal zitten ze daar behoorlijk naast. Want wij hebben 38 verschillende functies, van vmbo- tot en met universitair niveau.” Daarna volgt een presentatie over het belang van veilig werken, zegt Jans. “We geven uitleg over persoonlijke beschermingsmiddelen, EHBO en vluchtroutes. Want veiligheid moet voorop staan.”
Schaalmodel van een truck
Tijdens de tweede en derde gastles gaan de leerlingen op bedrijfsbezoek bij Heiwo en MOTIP. “Leerlingen hebben vaak helemaal geen beeld bij wat het werk inhoudt’, zegt Jans. “Dus is het goed om ze een kijkje in de keuken te geven.” Tijdens de vierde les gaan ze aan de slag met een doe-activiteit, die door RAI CarrosserieNL in samenwerking met OOC is ontwikkeld. “Ze krijgen een schaalmodel van een truck en gaan daarop een laadbak maken. Dat doen ze vaak heel creatief.”
Keuzevak opgezet
Jans vertelt enthousiast dat het Terra Wolvega dit jaar ook start met een keuzevak carrosseriebouw voor derdejaars leerlingen. “Docent Jacques Besteman benaderde ons daarvoor. Samen met Karel Markx, adviseur onderwijs en arbeidsmarkt van OOC, heb ik meegedacht over de opzet. Twee klassen, van elk 20 leerlingen, krijgen om en om les op school en bij Heiwo. Bij ons gaan ze aan de slag met een concrete praktijkopdracht. Op een kale bumper moeten ze de onderdelen monteren: van een achterlicht, bedrading tot en met de underride guards. Daardoor leren ze niet alleen hoe alles in elkaar zit, maar ze leren ook om te werken met het juiste gereedschap.”
Zaadje planten
“Het mooie van het Terra vind ik dat ze naar creatieve oplossingen zoeken om leerlingen kennis te laten maken met de beroepspraktijk”, zegt Jans. “En dat loont. Want in vijf jaar tijd hebben ze er 143 leerlingen bijgekregen.” Welk advies zou hij aan andere carrosseriebedrijven willen geven? “Reserveer vooral tijd om met leerlingen en scholen in contact te komen. Er is ontzettend veel mogelijk. Van deelname aan techniek–events en open dagen, tot en met gastlessen en het opzetten van een keuzevak. Ik vind het heel goed dat OOC de contacten met het onderwijs actief stimuleert. Want als je wilt oogsten, zul je eerst een zaadje moeten planten.”
100 miljoen subsidie
“Het is voor de carrosseriebranche belangrijk te weten dat de landelijke overheid de komende vier jaar in totaal 100 miljoen euro beschikbaar stelt om regionaal techniekonderwijs te stimuleren”, vertelt Hindrik Drenth van Sterk Techniek Onderwijs (STO) Friesland. “Voor mijn regio, Noordwest- en Zuid-Friesland, betekent dat er 2 miljoen euro per jaar beschikbaar is. Als vmbo-scholen en bedrijven samenwerkingsprojecten willen starten, kunnen wij ze daarbij ondersteunen door de bekostiging van lesmaterialen of opleiding van docenten. In samenwerking met Karel Markx van OOC zijn we bezig met een ‘bedrijvencarrousel’, om leerlingen uit het praktijkonderwijs kennis te laten maken met de schadeherstel en carrosseriebouw. Voor bedrijven en scholen liggen er dus veel kansen om gezamenlijk leerlingen naar de arbeidsmarkt toe te leiden. Ik zou zeggen: profiteer daar vooral van dan helpen we samen de carrosseriebranche verder!”
Wil jij als bedrijf ook beter samenwerken met het onderwijs? Neem dan contact op met één van de OOC-adviseurs onderwijs & arbeidsmarkt. Hun advies is geheel kosteloos!